Polo wordt gespeeld met twee teams van 4 spelers op een veld ongeveer zo groot als 5 voetbalvelden.
Nearside
De linkerkant van de pony
Offside
De rechterkant van de pony
Chukker of Chukka
Een polowedstrijd is verdeeld in spelgedeelten die chukka’s of chukkers heten. Een Chukker duurt 7 minuten zuivere speeltijd.
Het doel
Het doel van een team is de bal de lijn tussen de doelpalen van het door het andere team verdedigde goal te laten passeren. De goal is meer dan 7 meter breed en oneindig hoog.
Penalties of Fouls
Als er een overtreding is begaan (foul) wordt er een vrije slag toegekend. Diverse penalty’s, in volgorde van de ernst van overtreding die gegeven kunnen worden zijn:
• Goal
• 30 yards op onverdedigd goal (thirty)
• 40 yards op onverdedigd goal (fourty)
• 60 yards op verdedigd goal (sixty)
• Midden veld (midfield)
• Spot, een penalty op de plaats waar de overtreding begaan is.
Pony’s wisselen
Het spel verandert voortdurend van richting hetgeen veel van paarden en spelers eist. Fysiek gezien is de polosport zowel voor spelers als de paarden zwaar. Daarom wisselen spelers tussen de chukkers van pony om weer fris de wedstrijd te hervatten.
Spelrichting
Teneinde de voor- en nadelen van zon, wind en veldconditie te elimineren wordt na ieder goal van spelrichting veranderd en moet een team scoren in het goal dat eerder verdedigd werd.
Handicap
Het niveau van polospelers wordt vastgesteld in een handicap tussen -2 en 10 waarbij de ‘10-goalers’ tot de besten in de wereld behoren. Dit niveau wordt bepaald door een handicapcommissie welke kijkt naar rijvaardigheid, slagtechniek, teamgevoel en wedstrijdinzicht.
De handicaps van de vier spelers van een team bij elkaar opgeteld bepaald de teamhandicap. Ieder toernooi heeft een toernooihandicap, wat het niveau van het toernooi bepaald.
Posities
Binnen een team zijn nummer 1 en 2 aanvallende spelers, nummer 3 is de spelverdeler, de spil tussen aanval en verdediging en nummer 4 is de verdediger. Er is geen vaste keeper.
Lijn van de bal
De meest belangrijke spelregel van polo is de ‘Line of the Ball’. Dit is een _ ctieve lijn waar langs de bal zich beweegt, die bepaalt het voorrangstraject (right of way) voor de speler die met de kleinste hoek het eerst op die lijn aanrijdt (‘to take the line’). Als een speler de lijn genomen heeft mag een ander speler de lijn niet kruisen. Ook heeft de speler die de lijn genomen heeft voorrang op andere spelers. Deze twee regels zijn erg belangrijk voor de veiligheid van paarden en spelers. Deze regel is in de praktijk de meest overtreden regel.
Ride off
Twee spelers mogen tegen elkaar aanrijden om te proberen elkaar uit het spel te houden of van de lijn van de bal af te rijden. Het duwen gebeurt meestal door de pony’s en de spelers, maar zij mogen daarbij hun ellebogen niet gebruiken. Een ride-off met een hoek van meer dan 45° is verboden.
Wanneer een speler door twee spelers van het andere team wordt klemgereden heet dit een Sandwich. Dit is verboden. Mallet is de benaming van de stick waarmee geslagen wordt. Deze is meestal gemaakt van een bamboeschacht met een kop van hardhout. Er wordt geslagen met de brede kant van de kop. In polo is het toegestaan om de slag van de tegenspeler te verhinderen door de mallet in de slag van de tegenstander te houden (dit noemt men ‘hook’) of de mallet van de tegenstander weg te slaan.
Uitrusting
Alle spelers dragen een helm met keelbandje en bij voorkeur een gezichtsbeschermer. De knieën worden voorzien van leren kniebeschermers. De pony’s dragen beenbeschermers om alle vier de benen. De staart wordt opgebonden en getapet.
De bal is gemaakt van licht hout, normaal gesproken van de Wilg, zonder omhulsel, alleen wit geverfd. Hij heeft een diameter van 8,25 cm en weegt 150 gram. De polostick is gemaakt van bamboe of kunsthars en het slaggedeelte van de stick is gemaakt van wilgen- of esdoornhout.
De lengte van de polostick ligt tussen de 1,25 m en 1,35m en wordt bepaald door de hoogte van de pony waarop gereden wordt tijdens het spelen. De bal wordt geslagen met de zijkant van het slaggedeelte en niet met het uiteinde.
Polo pony’s
Criollo is het Argentijnse paardenras die voor de polo sport gebruikt worden. Daarnaast worden Engelse Volbloeden met een mix van Criollo ingezet voor de polosport. Polopaarden zijn door de vraag naar snelheid inmiddels uitgegroeid tot volbloed racemachines. Een polospeler is qua prestatie voor 90% afhankelijk van de kwaliteit van zijn paard. Ondertussen zijn er degelijk standaarden en richtlijnen opgesteld door organisaties met als doel het aanmoedigen van het fokken van polopony’s. Er bestaan inmiddels polostamboeken en er zijn bewezen bloedlijnen.
Umpire, referee & goal judges
Umpire is de naam voor scheidsrechter tijdens een polo wedstrijd. Bij normale wedstrijden wordt er gebruikt gemaakt van één scheidsrechter, bij belangrijke (finale) wedstrijden zijn dit er twee. Umpires in het veld zijn altijd te paard (mounted), de referee is de derde man buiten het veld en heeft het beslissende woord bij een dispuut in de wedstrijd. Achter de goals staan goal judges die met vlaggen aangeven of er gescoord is.
Polospelers dragen tijdens wedstrijden een witte jeans met daarop een polo shirt met teamnaam en nummer. Om je als speler goed te beschermen tijdens de wedstrijd draagt men stevige laarzen, kniebeschermers en een helm. Het dragen van elleboogbeschermers en handschoenen is persoonlijk.
Etiquette tijdens de polowedstrijd
Tussen de wedstrijden door is er een ‘Treading In’. Het publiek betreedt het veld om de losgeschoten grasplaggen weer op hun plaats te leggen.
Het is niet toegestaan om tijdens de wedstrijd het veld te betreden. Dit is voor zowel toeschouwer, speler en paard zeer gevaarlijk.
Publiek dat direct aan het veld zit om de wedstrijd te volgen moeten altijd hun oog op de bal houden. De mogelijkheid bestaat dat de bal over de boarding het publiek in komt. Houd te alle tijden uw kind(eren) in de gaten! Polo is een buitensport met een landelijk karakter. Houd daarom altijd rekening met de weersvoorspelling voor uw kledingkeuze.
Het speelveld kan opgezet worden met of zonder omheining. Een omheind veld (met zijschotten) is 146 meter breed en 274 meter lang. Een niet omheind speelveld heeft een afmeting van 183 bij 274 meter. De doelen worden op de eindlijn geplaatst op het midden van de zijlijnen. De palen zijn op een afstand van 7,5 m geplaatst, zijn 3 m hoog en gemaakt van lichte materialen zodat ze breken in geval van een botsing.
Het poloteam bestaat uit vier spelers. Spelers nummer één en twee zijn hoofdzakelijk aanvallende spelers en schieten dus op het doel. De derde is een ‘dwalende’ speler en is vaak de beste van het team. Het is zijn verantwoordelijkheid om de bal door te spelen, aan te vallen en op tijd terug te gaan om de verdediging bij te staan. Speler nummer vier is de verdediger. Hoewel hij ook mag aanvallen is verdedigen zijn primaire verantwoordelijkheid.