De wielersport is een verzamelnaam voor alle sporten waarbij gebruik wordt gemaakt van een fiets. Voor de fietssporten waarbij het op snelheid aankomt en dat zijn de meeste wordt ook de term wielrennen gebruikt. Er zijn verschillende takken binnen de wielersport. De wedstrijden worden gehouden op de openbare weg. Tijdens wielerwedstrijden wordt dan de weg afgezet en wordt er een parcours uitgezet waarop de wedstrijd gereden wordt. Wielrennen kent in hoofdlijnen 3 verschillende disciplines:
- Wegwedstrijd – Dit is een wedsttijd met een gezamelijk peloton. De winnaar is degene die als eerste over de finish komt.
- Tijdrijden – Dit is een onderdeel waarbij rijders individueel (en na elkaar) een afstand moeten afleggen en degene met de snelste tijd wint. De afstanden bij een tijdrit zijn een stuk korter dan een koers.
- Ploegentijdrit – Dit is een tijdrit variant waarbij er tussen ploegen wordt gestreden om de snelste tijd.
Bovenstaande disciplines worden in zogenaamde ‘rondes’ of meerdaagse wedstrijden vaak gecombineerd. Vaak is het zo dat als je een grote ronde wil winnen je naast een goede ploeg ook individeel de beste moet zijn. Een tijdrit kan daar verschillen in aantonen. Tijdrijden is een specialisme, net zoals klimmen en sprinten dat zijn. Een goede ronderenner beheerst alle facetten van het wielrennen goed genoeg. de meeste ploegen bepalen van tevoren wat de rolverdeling is. Een team heeft een kopman. deze moet het podium halen. Een wielerploeg kent ook knechten, dat zijn renners met een andere rol. Zij fietsen voorop en leggen het tempo hoog, met als doel dat niemand uit het peloton kan ontsnappen. Een knecht kan zich ook af laten zakken naar de begeleidende auto om eten of drinken te halen, of zorgen ervoor dat de kopman naar een mooie positie in het peloton geloodst wordt.
Bij de meeste grote rondes zijn er meerdere prijzen te verdienen.
Algemeen klassement – degene die alle wedstrijden van de ronde in de kortste tijd heeft afgelegd.
Sprint klassement – degene die het de meeste punten heeft verdiend in de eind en tussensprints.
Berg klassement – degene die de meeste punten heeft verzameld op de top van de verschillende bergen. Iedere col heeft een gradatie en heeft dus een verschillend aantal punten.
Jongeren klassement – de beste jongere die alle wedstrijden van de ronde in de kortste tijd heeft afgelegd.
De grootste rondes zijn:
- Tour de France
- Giro d’Italia
- Vuelta a Espana.
De uitrusting van een wielrenner bestaat uit een speciale racefiets. Naast de fiets heeft een wielrenner een Helm (deze is verplicht) wielershirt, wielerhandschoenen, wielrenbroek en wielrenschoenen. Deze schoenen hebben een clicksysteem waarmee goede verbinding met de pedalen gemaakt kan worden.
Wielrennen is een teamsport waarbij alle individuele wielrenners ieder zijn eigen specialiteiten heeft. Een ploeg word meestal rond een specifiek doel samengesteld. De verschillende specialisaties zijn:
- Bergspecialisten – Renners die goed zijn in het rijden berg op.
- Heuvelspecialisten – Renners die goed zijn in het rijden in een heuvel landschap.
- Dalers – Renners die goed zijn in het dalen (dit heeft vooral te maken met stuurkunst maar ook lef is hiervoor nodig)
- Sprinters – Renners die op een kort stuk enorm explosief zijn en hoge snelheden kunnen behalen.
- Kasseien specialisten – Renners die goed over kasseistroken kunnen rijden.
- Tijdrijders – Renners die in zijn ééntje een strak tempo kunnen rijden over een lange afstand.
- Ronde Renners – Renners die goed zijn in het rijden berg op maar ook goed kunnen tijdrijden. Zij kunnen hun krachten goed verdelen zodat ze een paar weken optimaal kunnen presteren.